De zus van Mohamed Johri getuigt : « Het eerste bezoek van mijn vader aan mijn gefolterde broer in een gevangenis in Marokko ».
« Mijn vader is in
allerijl uit België vertrokken om zijn zoon te gaan bezoeken in
Rabat, nadat hij alarmerende berichten had ontvangen dat mijn broer
zwaar was gefolterd.
Toen mijn vader aankwam in
de gevangenis, zegden ze hem dat hij zijn zoon niet mocht zien. Ze
beweerden dat hij zijn vader niet was. Zijn identiteitskaart volstond
niet. Hij moest bewijzen meebrengen dat hij wel degelijk de vader
was. Dat bewijs was zijn geboorteakte. Maar hij hij kon die
geboorteakte niet verkrijgen in Marokko.
Gelukkig was mijn moeder
thuisgebleven in België. Zij is dan een aanvraag gaan doen op het
gemeentehuis. Zo heeft ze een uittreksel verkregen. Wij hebben dit
dan met zijn allen snel doorgefaxt naar mijn vader. Maar toen moest
mijn vader eerst dat uittreksel nog laten vertalen.
Een dag later, is
hij dan met het bewijs terug naar de gevangenis gegaan. Eerst liet
men hem daar bijna 2 uur aan de deur staan. Ze wilden hem nog altijd
niet binnenlaten. Toen mijn vader op die deur bleef kloppen, zijn ze
de directeur gaan halen. Die is dan naar mijn vader getrokken,
vergezeld van een legertje cipiers van de gevangenis en samen met
"soldaat mannen", dat zijn mannen niet van het leger maar
van de gevangenis, gekleed als mensen van het leger. Hun werk is
mensen slagen en folteren. Toen begon de directeur mijn vader te
bedreigen. Hij zei hem dat hij een uitdagende houding aannam. Dat hij
de directeur had beledigd. Dat hij die « soldaat mannen »
op hem zou afsturen. Dat hij mijn vader ook in de gevangenis zou
gooien. En dat allemaal omdat een vader zijn zoon wou bezoeken !
Mijn vader heeft hem dan gezegd : « als jullie mij
aanraken of iets doen, dan stap ik naar de media ». Hij bleef
maar herhalen : « ik ga hier niet weg voor ik mijn zoon
heb gezien ». Na vele uren mocht hij dan eindelijk mijn broer
zien. Mijn vader heeft zijn zoon echter niet in zijn armen kunnen
nemen. Hij moest achter een soort hek zitten. Daartussen was er een
gang en dan weer een hek. En daar zat mijn broer. Ze verstonden
elkaar nauwelijks en mijn vader kon hem ook niet goed zien. De reden
waarom ze dat hebben gedaan is omdat mijn broer toen zwaar was
gefolderd.
Ik stel mij vandaag nog
altijd de vraag : stel dat er hier niemand in Belgie was geweest
om die akte te gaan halen en te versturen, wat dan? Dan zou mijn
vader voor niks naar Marokko zijn geweest. De gevangenisdirectie had
niet verwacht dat mijn vader aan die akte zou geraken. Daarom voelden
ze zich beledigd. Omdat ze geen reden meer hadden om mijn vader te
weigeren ».
Commentaires
Enregistrer un commentaire